Zo, we zijn er weer hoor! De dagen worden langer, de 20 graden is voor het eerst aangetikt en vanmorgen liep ik langs een basisschool, waar net een groepje kleuters door de BSO leidsters naar school werd gebracht. Bijna iedereen rende als een malle van de leidsters weg richting het schoolplein, maar één schattig kleutertje bleef aan de hand van de leidster lopen. Met zijn andere hand zwaaide hij zachtjes met zijn tas. Hij keek op met een blij gezichtje, trok aan de hand van leidster om haar aandacht te vragen en toen ze keek, zei hij met een brede lach: ‘Eindelijk lente!’. En ik dacht: kind, nu in ieder geval wel.
Nu ik er op terugkijk, zijn januari en februari waarschijnlijk toch wel mijn minst favoriete maanden. Ik heb geen last van winterdepressie ofzo, maar er gebeurt ook niet echt iets leuks. In december weet je niet waar je de tijd vandaan moet halen, met alle verjaardagen, feestdagen, schoolfeestjes, kerstdiners, visite, schoolvakanties en leuke uitjes. En dan in januari: BAM. Niks. Gewoon een maagdelijk lege agenda. Iedereen is volgevreten en uitgesocialized, het lijkt altijd wel of iedereen in januari denkt: sssssttt, als wij niemand bellen, bellen ze ons ook hopelijk niet. De eerste paar weken vind ik dat ook allemaal prima, maar zo rond eind januari denk ik dan: ik heb wel weer zin in een feestje! En in de zon ook en lekker buiten dingen doen.
Tijdens het wassen en strijken draai ik dan altijd graag ‘Holding out for a hero’, van Bonnie Tyler. En dan zing ik heel hard mee (tenminste, net niet hard genoeg dat de kinderen het kunnen horen, want die twee hebben tegenwoordig nogal last van het rollende ogen syndroom):
Isn’t there a white knight upon a fiery steed?
Late at night I toss and I turn and I dream of what I need…
I need a hero! I need a hero till the end of the night.
He’s gotta be strong and he’s gotta be fast and he’s gotta be fresh from the fight.
Want mijn eigen held is natuurlijk hartstikke lief (en ook strong and fast enzo), maar die is nu eenmaal vaak aan het werk, als ik sta te strijken.
Het blijft toch bijzonder, hoe vaak songteksten van toepassing kunnen zijn op situaties. Niet zo gek ook, want liedjes worden gewoon geschreven door mensen zoals jij en ik en die putten ook uit hun eigen ervaring. Nu denk ik niet dat Bonnie Tyler stond te strijken toen ze Holding out for a hero bedacht, maar misschien had ze wel, net als ik, gewoon even de balen van de sleur van alledag. Van de weken die zich aaneenrijgen met werk, filerijden, boodschappen, koken, voetbaltrainingen en andere gezinslogistiek, boterhammen maken en bedenken wat we morgen zullen eten. Dan heb je soms gewoon even een ‘boost’ nodig. En omdat ik nog niet zo snel een ridder op een vurig ros onze straat binnen zie komen rijden (en ik dan ook vast van Bas niet met hem mee zou mogen), moest ik iets anders bedenken.
Dus… daar komt het: ik ga sinds deze week elke avond na het eten een half uurtje wandelen! Ja ja, poeh poeh, het moet niet gekker worden, ik weet het. Maar toch hè… Ik word er gewoon écht blij van. Het is tijd voor mezelf, het geeft vrijheid, lucht, letterlijk en figuurlijk. En natuurlijk luister ik ook tijdens het lopen muziek. Vanavond kwam er een nummer van Jason Mraz voorbij, dat ik nog niet kende. De zon ging onder, ik liep langs de velden aan de rand van ons dorp en Jason zong:
It takes some work to make it work
It takes some good to make it hurt
It takes no time to fall in love
But it takes you years to know what love is
It takes some fears to make you trust
It takes those tears to make it rust
But it takes rust to have it polished
Lalalalalala life is wonderful…
En zo is het maar net.