Toen ik twintiger was en kinderloos, was ik een superheld. Onoverwinnelijk en onverwoestbaar. Mijn tienerjaren waren al kabbelend gekomen en gegaan, zonder heftige puberteit, drankgelagen, drugs of noemenswaardige seks. Die jaren tussen de twintig en dertig vond ik veel leuker. Ik verdiende m’n eigen geld, had een leuk vriendje, ging voor het eerst op mezelf wonen, de wereld lag aan mijn voeten. Vooral tijdens onze vakanties waren we als God in Frankrijk. We dronken wijn uit de fles, gingen met ons tweeverdienerssalaris overal heen en hadden seks in de buitenlucht.
Bovendien was ik nergens bang voor. In Thailand gingen we de beruchtste straten van Bangkok in en vochten we ons een plekje op de speedboat terug na de full moon party. In Nieuw-Zeeland gingen we abseilen een donkere grot in, waarna je met een duikpak aan door het ijskoude water in het donker je weg naar buiten moest vinden. We gingen parapenten, met storm op zee naar walvissen kijken en in ieniemienie bootjes met 80 km per uur door de bochten. Als het maar gevaarlijk was en lekker veel adrenaline opleverde.
Toen kwamen de zwangerschappen en daarmee gepaard de hormonen. Echt waar, als iemand me had verteld dat ik zo’n schijtlaars zou worden, was ik er misschien nooit aan begonnen, dat hele kinderverhaal. Toegeven, op wonderlijke wijze hebben de zwangerschapshormonen mij wel genezen van de hooikoorts, maar dat is dan, qua hormoonspiegel, ook het enige dat ik ermee ben opgeschoten. Want er is geen lol meer aan met mij.
Vorige zomer gingen we naar de Niagara watervallen en als je daar bent, ontkom je niet aan The Maid of the Mist. Dat is een bootje dat per keer ongeveer 70 in felblauwe regenponcho’s gehulde toeristen naar de voet van de Niagara watervallen brengt. Eerst valt het allemaal nog mee, de boot vaart langzaam langs het Amerikaanse gedeelte, op een prettige afstand. Maar dan komen de Horseshoe falls in zicht, de veel grotere waterval aan de Canadese kant. Steeds dichter en dichter kwamen we bij het enorme geweld en de herrie. We werden drijfnat, ondanks die stinkende, plakkende, vervloekte poncho’s en toen we daar maar lang genoeg bleven ronddrijven, dacht ik ineens: ‘Shit, volgens mij kan hij niet meer weg. Straks is de motor kapot en drijven we zo die waterval in.’ ‘ Bas, zie jij waar de reddingsvesten liggen?!’, schreeuwde ik boven het geraas van de waterval uit. ‘Hè? Ja, ik geloof hier ergens!’ Aan mijn geestesoog zag ik Anne en Daan voorbijdrijven tussen stukken wrakhout en net toen ik instructies wilde gaan uitdelen (jij blijft bij Daan, dan pak ik Anne), zette de boot weer in volle vaart koers naar het vertrekpunt. Ik was kwaad op mezelf. Stomme muts, waar is nou die stoere chick van 10 jaar terug?
Maar angst bleek die dag op meerdere manieren een ongrijpbaar fenomeen. Een andere attractie bij Niagara is de Cave of the winds. Een soort houten trappen met plateaus op verschillende hoogten, waar je heel dichtbij de waterval kan komen en dus ook héél nat kan worden. Daan is als de dood voor water. Zwemles moet ik hem aan z’n haren naartoe slepen en onder de douche wil hij diezelfde haren liever helemaal niet gewassen hebben, maar als het dan toch moet, bij voorkeur met een duikbril op. Op die plateaus was de kracht van de machtige waterval voelbaar. De slagregens geselden nietsvermoedende toeristen die geschrokken maakten dat ze wegkwamen. En wat deed Daan? Hij had de tijd van z’n leven terwijl hij daar in zijn allang gescheurde (dit keer in modieus geel meegeleverde) poncho door- en doornat werd. Schiet mij maar lek. Terwijl ik ondertussen alleen maar kon denken: ‘Zou dat nou niet glad worden, zo’n houten vlonder?’ Chicken shit.
weer een toppertje hoor Karin, ga zo door!
Ik snap het helemaal. Bezorgheid en angst om de kinderen is iets wat je als moeder cadeau krijgt. Goed geschreven zeg.
Bedankt Arlinde, leuk dat je reageert. Ik ben erachter gekomen dat ik me meer zorgen maak bij dingen waar ik zelf angstiger voor ben. Ik heb bijvoorbeeld meer moeite met watergerelateerde activiteiten dan klimmen. Terwijl Bas hoogtevrees heeft en dat dan weer veel enger vindt, als de kinderen iets doen waarbij ze kunnen vallen 🙂