Nat

b1ddd9a83b5d0c7c896f0a3a68fc60d1

‘Volgende week is het Groene-Voetstappenweek op school!’, klonk het, terwijl jassen en tassen op de mat werden gesmeten. Wat blijkt? Om te stimuleren dat meer ouders de auto laten staan bij het naar school brengen van het kroost, is er besloten om een week lang de kinderen een sticker te geven, voor elke dag dat ze niet met de auto zijn gekomen.

In de klas van Daan was dit nogal rechttoe rechtaan. Niet met de auto? Mooi: sticker. Of je dan te voet, met de fiets of op je handen lopend gekomen was, maakte niet zoveel uit. Bij Anne in de klas was het echter een ander verhaal. Daar was een ingewikkeld schema bedacht, waarbij je alle vervoersmiddelen een keer moest uitproberen (indien in je bezit natuurlijk). Dus niet alleen lopend of met de fiets, maar ook skateboardend, steppend of skeelerend, want dat leverde dan meer stickers op. Uit dit schema bleek dat we maar anderhalve keer met de fiets mochten die week (??).

Nu gaan wij eigenlijk altijd al met de fiets naar school. Ten eerste hebben we maar één auto en die heb ik lang niet altijd tot mijn beschikking. Als Bas thuis werkt, zou ik in principe wel met de auto kunnen, maar dat heb ik na twee roemloze pogingen meteen weer afgezworen. Wat een kleine #@&%(*&! parkeervakjes toch hier in Nederland! In de VS zwierde ik met mijn SUV probleemloos de parkeerplaats van de school op die het formaat had van een voetbalveld, waar ik de auto kon parkeren in een vak zo groot als de ruimte die hier voor het lossen van vrachtwagens wordt gereserveerd. Hier moet de school de beschikbare parkeervakken delen met de omwonenden, is de naastgelegen sportschool overgegaan tot een no-tolerance beleid (alleen de moeders met sportschoenen + legging lukt het soms om het voordeel van de twijfel te krijgen) en doordat er zo weinig ruimte is, zijn de parkeervakken zo afgetekend, dat je er alleen een Aygo, Twingo of Alto in krijgt. Die paar keer dat ik onze oerdegelijke Passat met zes keer steken en ingeklapte spiegels in zo’n vakje geperst kreeg, kregen we de deuren aan beide kanten niet open zonder ernstige schade aan de buurauto’s toe te brengen en ben ik maar weer de wijk uitgereden om van daar te gaan lopen.

Ons kregen ze er dus niet onder, met die Groene-Voetstappenweek! Zo jammer dan ook, dat de weergoden besloten om die week eens alle soorten regen uit te proberen die ze in het repertoire hebben zitten. Echt waar, we hebben alles voorbij zien komen: ochtendnevel, motregen, miezer, lichte regen, matige regen, zware regen, wolkbreuk. Het schijnt ook typisch voor West-Europa te zijn, van die ellenlange grijze, nietszeggende buien, die maar doorgaan en doorgaan.

Maar goed, we hadden het ermee te doen. Na veel vijven en zessen met Anne onderhandeld dat we toch twee keer met de fiets konden en de rest hebben we lopend gedaan (met paraplu…), met de step (ik ernaast, met paraplu…) en een keer wilde Anne op haar skeelers (want die en die was ook met de skeelers, dus…) Nou hebben we die skeelers al heel lang en ze doet er nooit wat mee, maar wat in d’r kop zit, zit nou eenmaal niet in d’r kont, dus daar ging ze. En het was toevallig tussen de middag mooi weer, dus ik dacht: nou ja, waarom niet?

Laat nou net ‘s middags met ophalen de wolkbreuk aan de beurt zijn… Ik was ze lopend (met paraplu) gaan halen en dacht: tsja meid, nu moet je nemen wat erbij staat, met die skeelers. Maar toen ik haar zag stuntelen, haar bril vol met regendruppels ook nog begon te beslaan en ze al drie keer gevallen was over haar regenponcho, kon ik het niet meer aanzien en gaf ik haar mijn arm. En terwijl Daan met zijn fiets aan de hand achter ons aan liep en vrolijke verhalen vertelde over zijn schooldag, sleurde ik Anne aan een arm achter me aan, terwijl ik met de andere arm de paraplu nog hoog probeerde te houden, de skeelers regelmatig tegen mijn enkels botsten en het water niet alleen van boven, maar ook van opzij en zelfs van onder leek te komen.

Op dat moment fietste de buurvrouw voorbij. Met haar dochtertje achterop. Met een paraplu voor de buurvrouw en een paraplu voor haar dochter. Met haar haren nog in de krul en haar mascara op de juiste plaats. ‘Gaat het wel, Karin?’ vroeg ze in het voorbijgaan. Ja hoor. Het gaat prima met mij. Geef me even de tijd om de warme, zonovergoten, rood met geel en strakblauw gekleurde indian summers van New Jersey van mijn harde schijf te wissen en ik kan weer een heel seizoen mee!

4 gedachtes over “Nat

  1. Hoi Karin,

    Stefan vroeg mij je te laten weten dat hij je verhalen echt super vindt! Hij heeft ze in vliegtuig naar huis gelezen op mijn iphone en herkent zoveel van wat je schrijft! Ik lees ze ook altijd met veel plezier dus ga zo door!

    Lieve groetjes vanuit een zonnig Wyckoff

    Suzanne

Plaats een reactie