Ik weet nu nog niet hoe het gekomen is. Op de een of andere manier leek het een goed idee. Of in ieder geval wel te doen. Maar gistermiddag was weer een keiharde reminder. Bovenaan de to-do-lijst op een vrije dag hoort te staan: BOODSCHAPPEN DOEN. Niet de winterbanden voor zomerbanden laten omwisselen bij de garage, niet de was doen en al helemaal niet een uur zitten facebooken tijdens de lunch… BOODSCHAPPEN DOEN. Terwijl de kinderen nog op school zitten dus.
In een vlaag van verstandsverbijstering was ik dit even vergeten. Dus daar stond ik dan. Om half vier. In de Plus. Met twee moegestreden kinderen op vrijdagmiddag. Eigenlijk waren ze nog verbazingwekkend goed gemutst, waardoor gelukkig het aloude Blijf nou van hem af! Niet op de wagen hangen! en Leg dat eens terug! achterwege kon blijven. Nee, mijn kinderen hebben inmiddels de leeftijd dat ze méé willen denken over de boodschappen. Een niet minder vermoeiend proces.
Het begon al met het feit dat we naar de Plus moesten en niet naar de Albert Heijn, want bij de Plus hebben ze Angry Birds. Daar kun je punten mee scoren in de klas blijkbaar en bovendien kan je ze stapelen en een zo hoog mogelijke toren maken en dat is leuk. Dus ben je een hele stomme moeder als je je vertrouwde supermarkt, waar je in een kwartier doorheen bent, niet voor een maand links wil laten liggen voor de Angry Birds supermarkt. Zo zit dat nou eenmaal, in het boodschappenuniversum.
Maar het meedenken over de boodschappen blijft helaas niet alleen beperkt tot de keuze van de supermarkt, want eenmaal binnen ging dat ongeveer zo:
- Mam, zullen we taart nemen? Want het is toch weekend?
- Nee, geen taart, maar jullie mogen wel koekjes uitzoeken.
- Oh kijk mam, daar liggen stukjes perzik, mogen we die proeven?
- Ja hoor.
- Hee mam, wist je dat komkommers voor 90% uit water bestaan?
- Ja, dat wist ik wel zo ongeveer.
- Gaan we al naar de kassa?
- Nee.
- Mam, zullen we zo’n fles vullen met sinaasappelsap?
- Nee.
- Waarom niet?
- Daarom niet.
- Zo’n klein flesje dan?
- Nee.
- Waarom niet?
- Omdat ik dat niet wil.
- Maar waarom dan niet?
- Gewoon, ik vind het niet nodig. Nu moet ik even nadenken over het eten van vanavond.
- Gaan we al naar de kassa?
- Nee.
- We hebben echt een superleuk circuit met gym gedaan. Je moest eerst touwtje springen, toen met een basketbal tegen de muur, toen jumping jacks…
- Weet je, ik wil het heel graag horen, maar mag het straks als we thuis zijn? Ik moet nu echt over de boodschappen nadenken.
- OK. Hebben we siroop nodig?
- Nee.
- Oh, want als je iets van Karvan Cevitam koopt, kun je een siroopdispenser winnen.
- Een wat?
- Een siroopdispenser. Dat is handig voor als we veel kinderen op visite hebben.
- Oh ja. Nou, doe maar zo’n klein flesje dan.
- Jeej.
- Gaan we al naar de kassa?
- Nee.
- Hee mam, jij zei toch dat we morgen patat eten?
- Ja.
- Zullen we dan deze nemen?
- Nee, we hebben altijd die uit de vriezer.
- Maar die zien er heel lekker uit!
- Ja, maar die zijn twee keer zo duur.
- Oh.
- Kijk, daar staan de verzamelboeken voor de Angry Birds! Mam, doen we ook meteen zo’n boek? Dat is handig.
- Nou, zullen we eerst eens even kijken wat het allemaal is? Dan kan zo’n boek altijd nog.
- Oh en ze hebben ook grote pluche Angry Birds! Die krijg je met een volle spaarkaart!
- Ja, en 5 euro bijbetalen…
Bij de kassa helpen ze lief met de boodschappen op de band plaatsen en daarna met alles in de kratten doen. Denk je dat je héél even, vijf minuutjes maar, geen vragen hoeft te beantwoorden, begint de kassière:
- Wilt u koopzegels?
- Nee, bedankt.
- Wilt u Angry Birds?
- Ja, graag.
- Wilt u de bon?
- Ja, graag, want we willen meedoen aan die Karvan Cevitam actie. Waar staat die box ergens, waar de bon in moet?
- Ik weet het niet. HENK! WAAR STAAT DIE KARVAN CEVITAM BOX? Oh ja, bij het inpakpapier.
- OK, bedankt.
- Wilt u meesparen voor de swizzels?
- De wat?
- De swizzels. Dat is een kussen waar je ook een knuffel van kan maken.
- Jaaaa mam, zo een wil ik echt al heel m’n leven!
- Eh, nou, vooruit dan maar.
- De spaarkaarten liggen daar.
- OK, bedankt.
En net als ik de bon in de Karvan Cevitam box heb gestopt, de spaarkaarten voor de pluche Angry Birds én de swizzels bij elkaar heb gegrist, de kratten in de kar heb geladen, de lege flessen heb ingeleverd, een pak soja melk voor een pak amandelmelk heb omgeruild en de batterijen heb ingeleverd, staat buiten de Angry Birds maffia ons op te wachten. Uit zeven kindermonden tegelijk klinkt het ‘Heeft u nog Angry Birds??’
Ik wil gillen. NEE!!! IK HEB GEEN ANGRY BIRDS!! ZIE JE NIET DAT IK ZELF MET TWEE KINDEREN VAN PRECIES JULLIE LEEFTIJD NAAR BUITEN KOM?? STELLETJE UILSKUIKENS!! OVER EEN MAAND LIGGEN DIE ANGRY BIRDS OP JULLIE KAMERS IN EEN HOEKJE TE VERSTOFFEN!!
Maar ik zeg, keurig glimlachend: ‘Nee jongens, wij nemen ze zelf mee naar huis. Maar veel succes nog hoor, vanmiddag!’ Echt waar, hoe ik het nog uit m’n mond weet te krijgen … Ik weet het zelf ook soms niet.