Spinnenkop met spruitjes

‘Dat gaan we echt nooit halen hoor. Wát een slecht idee dit. Ik ga straks gewoon hoor.’ Anne zit briesend aan het tafeltje bij Vapiano. We wachten op onze lunch en mogelijk missen we straks de reclame en e-ven-tu-eel de trailers die voorafgaan aan de film waar we kaartjes voor hebben. 

Het is herfstvakantie. We zijn met z’n vieren in de nieuwe Westfield Mall of the Netherlands in Leidschendam. Leek me leuk. Als een soort uitje, in de vakantie. Maar of zo’n uitje leuk wordt, is de laatste tijd afhankelijk van een veelheid aan factoren, niet in het minst de richting waarin de pet van ons kroost staat. En laten we eerlijk zijn, een uitje naar een winkelcentrum is bij ons thuis sowieso al een mijnenveld te noemen, met Daan die van álle winkels doodongelukkig wordt, behalve de Mediamarkt en de Lego store en met Bas, die zich veel laat welgevallen, zolang er maar wel op normale tijden geluncht wordt. 

Met dat in het achterhoofd, had ik in de auto al gezegd:
– Jongens, we gaan wel om 12 uur lunchen, anders wordt pappa stukken minder gezellig. De film begint om 1 uur, dus dat moeten we kunnen halen.
-Jaaaa, maar als we dan uit de bios komen is het veel drukker in al die winkels, dat is echt niet handig. 
– Dat kan wel zo zijn, maar anders vallen we om, halverwege de film.

Anne gaat dus al mokkend aan tafel, moppert op ons omdat we te lang doen over bestellen, pakt om de twee minuten haar telefoon om via SnapChat haar vriendinnen op de hoogte te houden van haar stomvervelende familie en smoort elke goedbedoelde poging een gezellig gesprek te starten in de kiem met een grauw of een snauw.

Met de pasta en pizza nog halverwege onze slokdarm, komen we om 1 uur aanrennen bij de bioscoop. Al voor de controle staat er een bordje: houd uw QR-code gereed. Oh ja, dat moet natuurlijk ook nog. Bas, Anne en ik pakken onze telefoon. Daan tast in zijn broekzakken en kijkt me dan aan.

– Waar is je telefoon?
– In de auto…
– Nee joh!
– Ja, jíj zei dat ik hem wel in de auto kon laten liggen!

Anne rolt met haar ogen: ‘Sjezus Daan, je moet hem gewoon ALTIJD bij je hebben. Dit meen je niet! Nou komen we helemaal te laat! Echt hoor, als ik het begin mis… Ik ga gewoon! Sjezus….’

Inmiddels zijn we aan de beurt bij de ticketcontrole.

– Zo, mag ik eerst uw QR-codes?
– Ja, alleen vanaf welke leeftijd is dat verplicht? Want die van hem ligt in de auto, maar hij is 13.
– Oh, nou, het is vanaf 14 verplicht, dus dat komt mooi uit.

De jongen scant onze QR-codes en gaat dan over tot het scannen van de tickets. 

– Helaas, Venom is 16 jaar en ouder. Dat betekent dat ik hem (wijst op Daan) niet binnen mag laten. 

Ik denk dat Anne een rolberoerte krijgt. Ze zucht en stampt en kan zich nog net inhouden, maar het liefst zou ze iedereen om zich heen opzij duwen en over het poortje heen springen.

– Oh jeetje, tsja, daar hadden we niet bij stil gestaan… en nu?
– Ik denk dat u dat het beste even met mijn leidinggevende kan bespreken, die zit daar.

We rennen naar het hokje van de leidinggevende en bespreken ondertussen de opties, onderweg wild zoekend naar de tijden van de andere films die draaien.

– Oh kijk, om kwart over 1 draait James Bond. Dan moet Daan daar maar heen.
– Jaaa, die hoef ik helemaal niet te zien. Ik wil ook naar Venom!
– Ja, dat gaat nou eenmaal niet. Dan ga ik wel met jou naar James Bond en dan gaan pappa en Anne naar Venom.

Daan heeft geen keus, maar baalt als een stekker. De dienstdoende trouble shooter van de bios is een nog jonge vent, die geen enkele haast heeft. Hij staat ons netjes te woord, maar neemt uitgebreid de tijd om ons mee te nemen in toeslagen voor 3D, Atmos surround sound, het feit dat we in de grootste zaal van deze bioscoop terecht komen en daardoor de achterste stoelen niet direct de beste zijn en de ruime keuze aan 3D brillen. Anne staat in mijn nek te hijgen, ik hoor maar de helft van wat de goede man zegt en tik uiteindelijk ruim 15 euro extra af.

Zonder ons nog een blik waardig te keuren, beent ze langs de ticketjongen, op weg naar de zaal waar Venom draait, met Bas in haar kielzog. ‘Veel plezier jongens!’, roep ik nog. Een geïrriteerd gezwaai is mijn deel. 

Ik weet het, het hoort erbij. Tieners willen afstand van hun ouders. Zelfstandigheid, zelf dingen ontdekken, vrienden om zich heen. I know, I know… En vaak lukt het ook om daar prima mee om te gaan. Maar op dagen als deze ken ik bijna m’n eigen kind niet meer terug.

Een paar dagen later ben ik op haar kamer, vlak voordat ze naar bed gaat. Ze gaat in bed liggen en ik blijf nog even naast haar bed zitten. Ze doet een eeuwigheid over haar dekbed goed trekken en ik lach: ‘Tsjonge, jonge, ben je al klaar?’. ‘Nee’, zegt ze, ‘hij ligt nog niet goed’. In mijn hoofd schiet het liedje van Sesamstraat, van de zes heksjes bij elkaar, die een heel vreemd soepje klaar maken. En ik zeg: ‘Die soep is nog niet goed, we doen er nog wat bij!’. Ze lacht en zegt samenzweerderig: ‘Spinnenkop met spruitjes, krekels met kandij, die soep is nog niet goed, we doen er nog wat bij!’

En even is ze daar weer, glinstert ze onder de oppervlakte. Mijn kleine meisje. Een paar seconden van weemoed pakken me vast. Maar dan zie ik ook die hele leuke, fijne jonge vrouw die ze wordt. En als daar af en toe een spinnenkopbui voor op de koop toe genomen moet worden, dan heb ik dat er wel voor over. 

Advertentie

Geheime efficiëntie

victorias-secret-gift-card-giveaway-

Toen we net weer terug waren in Nederland, kreeg ik van Bas een Victoria’s Secret cadeaubon voor mijn verjaardag. “Dat is een leuke aanleiding voor jou om een keer met me mee te gaan, naar New York en dan heb ik er ook nog wat aan!” glom hij van zelfingenomenheid.

Een paar weken geleden was het dan zo ver: de kinderen en ik gingen voor het eerst weer terug naar New Jersey! Na een afwezigheid van bijna twee jaar hadden we het eindelijk zo kunnen plooien dat niet alleen ik met Bas mee kon, maar ook de kinderen, zodat we weer even naar ons andere ‘thuis’ konden. En thuis, dat was het ook meteen weer! Ik had verwacht dat we ‘gewoon’ op bezoek zouden gaan, maar het voelde allemaal onverwacht vertrouwd aan. Ook na twee jaar weer in Nederland te zijn geworteld en de relatief korte periode die we er hebben gewoond, blijft dit stukje van de wereld toch heel bijzonder voor ons. Het was mooi om te ervaren.

Op de laatste nipper had ik er thuis nog aan gedacht om die cadeaubon bij me te stoppen. Ik had al zo’n vermoeden dat er voor Bas en mij wel een avond samen in zou zitten en inderdaad, de kinderen waren bij hun beste vriendjes en vriendinnetjes nog even welkom om te blijven eten en slapen als twee jaar geleden. Waardoor wij ons op vrijdagavond kinderloos en met cadeaubon op zak, naar de mall begaven.

Nog geen twee minuten binnen bij Victoria’s Secret, kwam er een onwaarschijnlijk kleine, prachtige Indiase mevrouw op zachte slippers op ons afgeschuifeld. ‘Hi, how are you? Do you know what you’re looking for today? Bras, panties?’ Ik: ‘Ehm, a bra, I think?’ ‘Do you know your size?’ ‘Well, I know my European size, but I don’t think that’s going to help me much…’. Ergens uit haar wonderschone wikkeljurk toverde ze een meetlint tevoorschijn, dat ze tussen twee duimen en wijsvingers ter hoogte van mijn borsten omhoog hield. Met één opgetrokken wenkbrauw en een vragende blik in haar ogen, zorgde ze ervoor dat ik verbouwereerd mijn armen omhoog deed, zodat ze midden in de winkel de omvang van mijn borstkas en de omvang van mijn borsten kon opmeten. Bas deed nog net geen rondedansje.

‘Right, I think you are a 38DD, but if you go to the fitting room, they will make sure you get the right size and you can try on our different styles of bras. What’s your name?’ ‘Ehm, Karin.’ ‘Okay, my name is Meena, if there is anything you need after your fitting, please let me know.’ Ze schreef alle informatie (mijn naam, haar naam, mijn maat) binnen vijf seconden in een onberispelijk handschrift op een speciaal daarvoor bestemd kaartje, gaf het aan me en liep met me mee naar de paskamers. Daar hield de pret voor Bas op, want hij mocht plaatsnemen op een (roze pluchen, dat dan weer wel…) bankje bij de ingang van de paskamers, waar er verder geen glimp van vrouwelijk naakt meer op te vangen viel.

De dame die de scepter zwaaide in de fitting room, was in alle opzichten de tegenpool van de mevrouw die me eerder had geholpen. Denk: Big Momma’s House, maar dan jonger en met een beter gevoel voor humor. Echt, ik denk dat ik drie keer in die mevrouw had gepast. Eerst ging ze me bevragen over wat voor soort beha ik wilde (padding, no padding, push up, strapless, sportsbra?) en daarna ging ze wat modellen voor me halen, om wat te kunnen uitproberen. Ik kreeg een pashokje toegewezen en op de deur werd het kaartje met al mijn gegevens keurig in het daarvoor bestemde houdertje geschoven. In het hokje zat een knop, waarmee ik een lichtje aan de buitenkant van mijn deur kon laten branden, zodat ze wist dat ik hulp nodig had. Toen ik me in de eerste BH had gehesen, drukte ik op de knop. Binnen twee seconden stond ze aan de deur en zei: ‘I’m here, miss Karin’, netjes afwachtend tot ik zelf de deur open zou doen.

‘Oooh, I like it!’, zei ze. Ik vond hem ook wel mooi, maar, zoals bij de meeste vrouwen, zijn ook mijn borsten niet allebei even groot. Ik vond dat de ene teveel werd afgesneden, dus dat zei ik tegen haar. ‘Okay, we can do something about that, but I have to say, I like your breasts! I do, they’re nice and firm and they have a nice shape to them.’ En hoe ze het deed, deed ze het, maar ik schoot niet in de lach en ik vond het ook niet raar. Ik geloofde haar gewoon. Ik was gewoon even oprecht trots op mijn dames. Nou, dan ben je toch wel een topverkoper, als je elke dag vrouwen BH’s staat te verkopen en je kan je complimenten zó oprecht laten klinken. Ik kan er nu nog met bewondering aan terugdenken.

Ik paste nog een paar modellen, die niet allemaal even mooi zaten. Onvermoeibaar en met een ongekende snelheid kwam ze steeds nieuwe aandragen, steeds in de goede maat en dat terwijl ik absoluut niet de enige was die ze aan het helpen was. Uiteindelijk koos ik twee modellen die me bevielen. De volgende stap was de kleur uitkiezen. Ik kleedde me weer aan en ondertussen hoorde ik haar in haar oortje zeggen, waarmee ze blijkbaar in verbinding stond met de winkel: ‘Meena, she’s coming out, I repeat, she’s coming out!’. Je kan er wat van vinden, maar ik voelde me stiekem toch een beetje als Katy Perry die haar cue krijgt om het MTV Music Awards podium te betreden. Ik haalde Bas op uit de ballenbak en daar kwam Meena ons alweer tegemoet. Ze vroeg (weer met die opgetrokken wenkbrauw en dit keer een uitgestoken hand), naar het kaartje, waarop inmiddels ook mijn voorkeur voor de modellen stond geschreven en schuifelde voor ons uit om de keuze aan kleuren te laten zien.

In een laatste poging om Bas ook nog een leuke avond te bezorgen, koos ik twee verschillende kleuren uit en zei dat ik die nog even wilde passen om te zien hoe ze stonden. Dat was natuurlijk niet de bedoeling van deze bijzonder efficiënte shopgebeurtenis, maar hey, de klant is koning, dus met een zakelijke glimlach werden we weer terug naar de fitting room gebracht, waar Bas weer op zijn bankje moest plaatsnemen. Ik paste de twee BH’s, deed net of ik twijfelde, drukte op de knop en vroeg met mijn liefste, onzekere vrouwenstem: ‘I have some doubts, can my husband please come have a look and help me decide?’ Zo, toen had ik het even goed verpest zeg, met m’n Europese fratsen. ‘No, he may not. That is out of the question ma’am.’ Het amicale ‘miss Karin’ was als sneeuw voor de zon verdwenen. Jammer. Toch twee mooie BH’s aan over gehouden. En een gratis boodschappentas en hemdje. Alleen zal Bas waarschijnlijk de volgende keer weer voor een bon van de Bijenkorf gaan.