Dit is het dan. Gewapend met fototoestel, iPhone met GPS en een rugzak vol pakjes drinken en het Amerikaanse equivalent van Liga (je blijft toch een Nederlander), stappen we in de auto op weg naar New York. Voor het eerst met de kinderen naar New York! Het vrijheidsbeeld, hebben we ze beloofd en daar varen we dan met een bootje langs. ‘Kunnen we er dan ook op klimmen?’, is de vraag vanaf de achterbank. ‘Nee, je kan er normaal gesproken wel in, dan moet je heel veel trappen lopen, maar dat gaat nu niet. Er is hier namelijk een heel erge storm geweest en daardoor doet de elektriciteit het nog niet, daar op dat eiland waar het beeld staat.’ ‘Oh.’
We rijden met de auto naar het treinstation en gaan verder met de trein. Daan stapt voor het eerst van zijn leven in de trein, maar doet er net zo blasé over als de gemiddelde forens. Terwijl ik het eigenlijk best spannend vind. Hoe dichterbij de stad komt, hoe meer ik de neiging krijg om ze allebei aan hun capuchon vast te houden. Op het laatste moment bedenk ik ineens nog: oh ja, een briefje in hun zak, voor als ze ons kwijt raken. My name is Daan. When lost, please call enz.. ‘Jongens, wel heel goed bij ons blijven hè?’ ‘Jahaa, mam…’
Van de trein in de metro en dan uitstappen bij Bryant Park. Het is een prachtige dag, de zon schijnt volop, strak blauwe lucht, een graadje of 10. In het park struikel je bijna over de eekhoorntjes, er klinkt muziek en er staan mime-spelers. Op slag is de onrust verdwenen en overspoelt mij het vakantiegevoel. Wat is het hier leuk! Twee minuten later staan we aan de oever van de Hudson en daar staat ze dan: het vrijheidsbeeld. Nog best ver weg, maar toch! ‘Jongens, kijk, daar heb je het vrijheidsbeeld!’ De kinderen staan met hun schoenen figuurtjes te trekken in het zand en kijken even op: ‘Oh ja, mooi.’ Ik vind het fantastisch, kan niet stoppen met ernaar te kijken.
Kom op, naar die ferry! De Staten Island Ferry is de grootste veerboot die ik ooit heb gezien. Dat valt nog niet eens zozeer op als je ‘m in het water ziet liggen, maar vooral als je ziet hoeveel mensen erop gaan. We gaan beneden binnen zitten, bij het raam, zodat we goed uitzicht hebben. En dan doemt ze op, aan de rechterkant. Vol in de zon, de Amerikaanse vlag wappert ernaast. Het is een magisch moment. Nu ben ik echt in Amerika! Ik denk terug aan al die mensen, vluchtelingen, die hier naartoe zijn gekomen voor een beter leven. Geen onderdrukking, geen oorlog, gelijke kansen. Al die mensen die hier aan kwamen varen, dat beeld zagen en dachten: nu ben ik vrij, ik begin opnieuw. Toen ik jong was, wilde ik altijd al graag naar Amerika. Ik keek veel films en het leek mij het beloofde land. Snel groot worden en erhéén. En ook al ben ik niet als stoere twintiger met backpack in mijn eentje hierheen gekomen, hier sta ik dan toch maar. Ik ben er! Tranen prikken achter mijn ogen als Daan naast mij zegt: ‘Ik vind het maar een stom beeld.’
Tsja…. Dat kan natuurlijk ook.